Geef het een plek…

GastenboekGeef het een plek…

Is dit ook wel eens tegen jou gezegd in periodes van rouw? Ik herken het in ieder geval wel.

Wanneer ík denk aan ‘iets een plek geven’, dan zie ik bijvoorbeeld een kast voor me waarin we onze spullen een plek geven, zo van: daar ligt het. Of we geven onze stoelen een plek.

Regelmatig hoor ik van mensen in mijn praktijk, dat ze de dood of verlies van een persoon of iets anders ‘een plek moeten geven’. Of op een moment wanneer jij je verhaal nog eens wilt vertellen: ‘Heb je het nu nóg geen plekje gegeven?

Ik vraag me dan af: waar is die plek?? Is het binnen in me of moet ik het ergens neerleggen? Ergens instoppen misschien? Dat gaat dus niet, het zit namelijk in je hele wezen.

Je moet het verwerken…

Ha, nog zo’n fijne (maar vast goedbedoelde) opmerking. Wanneer ik denk aan ‘verwerken’, dan denk ik bijvoorbeeld aan afval verwerken of verteren, of iets maken tot iets.

Een verlies verwerk je niet.

Loslaten…

‘Laat het los’… ‘want je moet toch door nietwaar…?’

Bedoelen we dan ‘laat maar vallen’ en denk er maar beter niet meer aan? Dit lijkt meer op een ontkenning.

Wat mij betreft is accepteren of aanvaarden een beter woord voor loslaten. Nu hoor ik je denken: ‘Hoe kan ik dit dan ooit accepteren/aanvaarden?’

We zien het woord acceptatie vaak als een lijdzaam proces. Maar het is juist een actief proces! Je leert het gebeurde te integreren in je leven.

Maar oké…

Al deze reacties zijn vaak lief bedoeld. Niet altijd handig. Niet echt troostend. Je omgeving vindt het vaak lastig om iets te zeggen. Of is bang om met eigen gevoelens te worden geconfronteerd. Ook raakt het ze dat jij verdrietig bent en om je te zien worstelen. Ze zien je liever weer vrolijk. Denken dat het verdriet over is omdat ze je weer zien lachen. Één van de ergste ‘reacties’ trouwens is het negeren, net doen alsof het er niet is.

Wat dan wel…

Allereerst: er staat geen einddatum op rouwen. In rouw is liefde zichtbaar. Deze twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.  Rowwen Heze zingt: ‘Beter verliezen dan dat ge nooit hebt gehad…’. Het is mijn favoriete zin!

Praters en doeners…

Je hebt praters en doeners (beide kan natuurlijk ook). Ieder rouwt op zijn/haar eigen manier. Er is geen blauwdruk. Het is heel individueel. Bewegen (sporten), schrijven, muziek luisteren of maken, praten. Doe wat je hart je ingeeft. Een training mindfulness kan je hierbij extra ondersteunen. Deze helpt in moeilijke periodes. Niet door de pijn op te lossen, maar door te kunnen zijn met wat er is. Je leert laveren tussen pijn en geluk, tussen verdriet en vreugde. Ook is het belangrijk dat je eens niet afwacht tot iemand naar je toekomt maar kun je zelf het initiatief nemen door te vertellen wat je nodig hebt.

We rouwen niet alleen om mensen maar ook bijvoorbeeld over verlies van werk; verlies van je geliefde huis/omgeving; verlies van gezondheid; verlies door scheiding. Het heeft allemaal zijn eigen aandacht nodig.

Leren omgaan met de dood of verlies is geen kwestie van ‘het een plekje geven’. Het is een kwestie van de liefde voor hem/haar een levenslang plekje geven. 

Waar?

Dáár waar het hoort: In je hart, want de dood/verlies kun je geen plekje geven.

De liefde wel!

Tijdens mijn opleiding voor Coach/Counseler heb ik o.a. de specialisatie ‘rouwbegeleiding’ gekozen. Dit is nu 9 jaar geleden. Na mijn opleiding tot mindfulnesstrainer (6 jaar geleden) heb ik me verdiept in ‘mindful rouwen’. Regelmatig begeleid ik mensen, individueel, in dit proces. Ook bij verlate rouw.

Tijdens mindfulness ga je als het ware naast jezelf zitten met aandacht en mededogen voor alles wat er in je leeft. Op deze manier houd je contact met je binnenwereld. Zo weet je zelf wat je wel en niet moet doen. Het is jouw proces.                                                                                                               Hier is oefening voor nodig. Mindfulness is geen quick fix. Ook geen wondermiddel. Voor veel mensen wél een waardevolle ondersteuning. Je ontwikkelt je veerkracht en draagkracht.